Woordenlijst
Leer werkwoorden – Ests

alustama
Sõdurid on alustamas.
beginnen
De soldaten beginnen.

töötama
Ta töötab paremini kui mees.
werken
Ze werkt beter dan een man.

rääkima
Ta räägib talle saladust.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.

pakkuma
Mida sa mulle oma kala eest pakud?
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?

arutama
Nad arutavad oma plaane.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.

vältima
Ta peab vältima pähkleid.
vermijden
Hij moet noten vermijden.

elama
Nad elavad ühiskorteris.
wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.

läbi sõitma
Auto sõidab puu alt läbi.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.

helisema
Kas kuuled kella helinat?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?

kuulma
Ma ei kuule sind!
horen
Ik kan je niet horen!

abielluma
Paar on just abiellunud.
trouwen
Het stel is net getrouwd.
