Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans

投げる
彼はボールをバスケットに投げます。
Nageru
kare wa bōru o basuketto ni nagemasu.
gooien
Hij gooit de bal in de mand.

輸送する
トラックは商品を輸送します。
Yusō suru
torakku wa shōhin o yusō shimasu.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

課税する
企業はさまざまな方法で課税されます。
Kazei suru
kigyō wa samazamana hōhō de kazei sa remasu.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.

道を見つける
迷路ではよく道を見つけることができます。
Michi o mitsukeru
meirode wa yoku michi o mitsukeru koto ga dekimasu.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.

聞く
彼女は耳を傾けて音を聞きます。
Kiku
kanojo wa mimi o katamukete oto o kikimasu.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.

仲良くする
けんかをやめて、やっと仲良くしてください!
Nakayokusuru
kenka o yamete, yatto nakayoku shite kudasai!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!

検査する
このラボで血液サンプルが検査されます。
Kensa suru
kono rabo de ketsueki sanpuru ga kensa sa remasu.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.

使用する
彼女は日常的に化粧品を使用します。
Shiyō suru
kanojo wa nichijō-teki ni keshōhin o shiyō shimasu.
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.

説得する
彼女はよく娘を食べるように説得しなければなりません。
Settoku suru
kanojo wa yoku musume o taberu yō ni settoku shinakereba narimasen.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.

完了する
彼は毎日ジョギングルートを完了します。
Kanryō suru
kare wa mainichi jogingurūto o kanryō shimasu.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.

宿泊する
安いホテルで宿泊しました。
Shukuhaku suru
yasui hoteru de shukuhaku shimashita.
onderdak vinden
We vonden onderdak in een goedkoop hotel.
