Woordenlijst
Leer werkwoorden – Japans

酔う
彼はほとんど毎晩酔います。
You
kare wa hotondo maiban yoimasu.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.

愛する
彼女は彼女の猫をとても愛しています。
Aisuru
kanojo wa kanojo no neko o totemo aishiteimasu.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.

道に迷う
私は途中で道に迷いました。
Michinimayou
watashi wa tochū de michinimayoimashita.
verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.

止める
女性が車を止めます。
Tomeru
josei ga kuruma o tomemasu.
stoppen
De vrouw stopt een auto.

死ぬ
映画では多くの人々が死にます。
Shinu
eigade wa ōku no hitobito ga shinimasu.
sterven
Veel mensen sterven in films.

当てる
私が誰か当てる必要があります!
Ateru
watashi ga dare ka ateru hitsuyō ga arimasu!
raden
Je moet raden wie ik ben!

建てられる
万里の長城はいつ建てられましたか?
Tate rareru
banrinochōjō wa itsu tate raremashita ka?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

分ける
彼らは家の仕事を自分たちで分けます。
Wakeru
karera wa ie no shigoto o jibuntachide wakemasu.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.

逃げる
私たちの息子は家から逃げたがっていました。
Nigeru
watashitachi no musuko wa ie kara nigeta gatte imashita.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.

確認する
彼女は良い知らせを夫に確認することができました。
Kakunin suru
kanojo wa yoi shirase o otto ni kakunin suru koto ga dekimashita.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

練習する
彼は毎日スケートボードで練習します。
Renshū suru
kare wa mainichi sukētobōdo de renshū shimasu.
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
