Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/96586059.webp
forigi
La estro forigis lin.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
cms/verbs-webp/109434478.webp
malfermi
La festivalo estis malfermita kun artfajraĵoj.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/61245658.webp
elsalti
La fiŝo elsaltas el la akvo.
uitspringen
De vis springt uit het water.
cms/verbs-webp/120128475.webp
pensi
Ŝi ĉiam devas pensi pri li.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
cms/verbs-webp/107407348.webp
vojaĝi ĉirkaŭ
Mi multe vojaĝis ĉirkaŭ la mondo.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
cms/verbs-webp/78342099.webp
validi
La vizo ne plu validas.
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.
cms/verbs-webp/78063066.webp
konservi
Mi konservas mian monon en mia noktotablo.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
cms/verbs-webp/51465029.webp
malantaŭi
La horloĝo malantaŭas kelkajn minutojn.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
cms/verbs-webp/100011426.webp
influi
Ne lasu vin influi de aliaj!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/97593982.webp
prepari
Bongusta matenmanĝo estas preparita!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/55788145.webp
kovri
La infano kovras siajn orelojn.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
cms/verbs-webp/63645950.webp
kuri
Ŝi kuras ĉiun matenon sur la plaĝo.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.