Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/118483894.webp
ĝui
Ŝi ĝuas la vivon.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/114272921.webp
peli
La bovistoj pelas la brutaron per ĉevaloj.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
cms/verbs-webp/100466065.webp
preterlasi
Vi povas preterlasi la sukeron en la teo.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/78932829.webp
subteni
Ni subtenas la kreademon de nia infano.
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
cms/verbs-webp/95655547.webp
lasi antaŭen
Neniu volas lasi lin antaŭen ĉe la supermerkata kaso.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
cms/verbs-webp/94482705.webp
traduki
Li povas traduki inter ses lingvoj.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
cms/verbs-webp/61162540.webp
ekigi
La fumo ekigis la alarmilon.
activeren
De rook activeerde het alarm.
cms/verbs-webp/118026524.webp
ricevi
Mi povas ricevi tre rapidan interreton.
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
cms/verbs-webp/116166076.webp
pagi
Ŝi pagas retume per kreditkarto.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.
cms/verbs-webp/116358232.webp
okazi
Io malbona okazis.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
cms/verbs-webp/70055731.webp
foriri
La trajno foriras.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/74036127.webp
manki
La viro mankis sian trajnon.
missen
De man heeft zijn trein gemist.