Woordenlijst

Leer werkwoorden – Pools

cms/verbs-webp/101945694.webp
pospać
Chcą w końcu pospać przez jedną noc.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/97335541.webp
komentować
On komentuje politykę każdego dnia.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
cms/verbs-webp/123179881.webp
ćwiczyć
On ćwiczy codziennie na swoim skateboardzie.
oefenen
Hij oefent elke dag met zijn skateboard.
cms/verbs-webp/44518719.webp
chodzić
Tędy nie można chodzić.
bewandelen
Dit pad mag niet bewandeld worden.
cms/verbs-webp/102169451.webp
radzić sobie
Trzeba sobie radzić z problemami.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/102631405.webp
zapominać
Ona nie chce zapomnieć przeszłości.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.
cms/verbs-webp/30314729.webp
rzucić
Chcę rzucić palenie od teraz!
stoppen
Ik wil nu stoppen met roken!
cms/verbs-webp/33688289.webp
wpuszczać
Nigdy nie należy wpuszczać obcych.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
cms/verbs-webp/93792533.webp
oznaczać
Co oznacza ten herb na podłodze?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
cms/verbs-webp/113671812.webp
dzielić
Musimy nauczyć się dzielić naszym bogactwem.
delen
We moeten leren onze rijkdom te delen.
cms/verbs-webp/109542274.webp
wpuszczać
Czy uchodźcy powinni być wpuszczani na granicach?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/110233879.webp
stworzyć
On stworzył model domu.
creëren
Hij heeft een model voor het huis gecreëerd.