Woordenlijst
Leer werkwoorden – Slovaaks

stretnúť sa
Je pekné, keď sa dvaja ľudia stretnú.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.

jesť
Čo dnes chceme jesť?
eten
Wat willen we vandaag eten?

zastaviť
Taxis sa zastavili na zastávke.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.

rozumieť
Nerozumiem ti!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!

napodobniť
Dieťa napodobňuje lietadlo.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.

zbankrotovať
Firma pravdepodobne čoskoro zbankrotuje.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.

ušetriť
Moje deti si ušetrili vlastné peniaze.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.

stratiť
Počkaj, stratil si peňaženku!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!

kritizovať
Šéf kritizuje zamestnanca.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

investovať
Kam by sme mali investovať naše peniaze?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?

skúmať
Astronauti chcú skúmať vesmír.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
