Woordenlijst

Leer werkwoorden – Slovaaks

cms/verbs-webp/103797145.webp
zamestnať
Spoločnosť chce zamestnať viac ľudí.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/93150363.webp
zobudiť sa
Práve sa zobudil.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.
cms/verbs-webp/91442777.webp
vstúpiť
Nemôžem vstúpiť na zem s touto nohou.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/123648488.webp
zastaviť sa
Lekári sa každý deň zastavujú u pacienta.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/51573459.webp
zdôrazniť
Oči môžete dobre zdôrazniť makeupom.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/18316732.webp
prejsť
Auto prejde stromom.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/85677113.webp
používať
Dennodenne používa kozmetické výrobky.
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
cms/verbs-webp/63645950.webp
bežať
Každé ráno beží na pláži.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/119269664.webp
zložiť
Študenti zložili skúšku.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/123953850.webp
zachrániť
Lekárom sa podarilo zachrániť jeho život.
redden
De dokters konden zijn leven redden.
cms/verbs-webp/104818122.webp
opraviť
Chcel opraviť kábel.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
cms/verbs-webp/87142242.webp
visieť
Houpacia sieť visí zo stropu.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.