Woordenlijst

Leer werkwoorden – Slovaaks

cms/verbs-webp/124525016.webp
ležať za
Čas jej mladosti leží ďaleko za ňou.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
cms/verbs-webp/110322800.webp
hovoriť zle
Spolužiaci o nej hovoria zle.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
cms/verbs-webp/112444566.webp
hovoriť s
S ním by mal niekto hovoriť; je taký osamelý.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/120509602.webp
odpustiť
Nikdy mu to nebude môcť odpustiť!
vergeven
Ze kan het hem nooit vergeven!
cms/verbs-webp/101945694.webp
zaspať
Chcú konečne zaspať na jednu noc.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/54887804.webp
zaručiť
Poistenie zaručuje ochranu v prípade nehôd.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
cms/verbs-webp/113842119.webp
prejsť
Stredoveké obdobie už prešlo.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/80356596.webp
rozlúčiť sa
Žena sa rozlúči.
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.
cms/verbs-webp/108520089.webp
obsahovať
Ryby, syr a mlieko obsahujú veľa bielkovín.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/84847414.webp
starať sa
Náš syn sa veľmi stará o svoje nové auto.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/102397678.webp
publikovať
Reklamy sa často publikujú v novinách.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/62788402.webp
podporiť
Rádi podporujeme vašu myšlienku.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.