Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

pursue
The cowboy pursues the horses.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.

start
School is just starting for the kids.
beginnen
School begint net voor de kinderen.

criticize
The boss criticizes the employee.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

hang down
Icicles hang down from the roof.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.

trade
People trade in used furniture.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.

fight
The fire department fights the fire from the air.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.

prepare
A delicious breakfast is prepared!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!

beat
He beat his opponent in tennis.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.

give
The father wants to give his son some extra money.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.

keep
You can keep the money.
houden
Je mag het geld houden.

increase
The company has increased its revenue.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.
