Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/40946954.webp
sort
He likes sorting his stamps.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.
cms/verbs-webp/123619164.webp
swim
She swims regularly.
zwemmen
Ze zwemt regelmatig.
cms/verbs-webp/120259827.webp
criticize
The boss criticizes the employee.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/115628089.webp
prepare
She is preparing a cake.
bereiden
Ze bereidt een taart.
cms/verbs-webp/107407348.webp
travel around
I’ve traveled a lot around the world.
rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
cms/verbs-webp/3270640.webp
pursue
The cowboy pursues the horses.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
cms/verbs-webp/78063066.webp
keep
I keep my money in my nightstand.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
cms/verbs-webp/46385710.webp
accept
Credit cards are accepted here.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/89084239.webp
reduce
I definitely need to reduce my heating costs.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
cms/verbs-webp/65199280.webp
run after
The mother runs after her son.
achterna rennen
De moeder rent achter haar zoon aan.
cms/verbs-webp/64904091.webp
pick up
We have to pick up all the apples.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/82604141.webp
throw away
He steps on a thrown-away banana peel.
weggooien
Hij stapt op een weggegooide bananenschil.