Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

take care of
Our janitor takes care of snow removal.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.

set aside
I want to set aside some money for later every month.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

build
When was the Great Wall of China built?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

deliver
He delivers pizzas to homes.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.

search
I search for mushrooms in the fall.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.

pay
She pays online with a credit card.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.

happen
An accident has happened here.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.

eat
What do we want to eat today?
eten
Wat willen we vandaag eten?

bring
The messenger brings a package.
brengen
De koerier brengt een pakketje.

lie
Sometimes one has to lie in an emergency situation.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

squeeze out
She squeezes out the lemon.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
