Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/120282615.webp
investere
Hvad skal vi investere vores penge i?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/84476170.webp
kræve
Han krævede kompensation fra den person, han havde en ulykke med.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/66787660.webp
male
Jeg vil male min lejlighed.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/110056418.webp
holde en tale
Politikeren holder en tale foran mange studerende.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/89084239.webp
reducere
Jeg skal absolut reducere mine varmeomkostninger.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
cms/verbs-webp/92456427.webp
købe
De vil købe et hus.
kopen
Ze willen een huis kopen.
cms/verbs-webp/100011426.webp
påvirke
Lad dig ikke påvirke af andre!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/77738043.webp
starte
Soldaterne starter.
beginnen
De soldaten beginnen.
cms/verbs-webp/49853662.webp
skrive overalt
Kunstnerne har skrevet over hele væggen.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
cms/verbs-webp/80427816.webp
rette
Læreren retter elevernes opgaver.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
cms/verbs-webp/122707548.webp
stå
Bjergbestigeren står på toppen.
staan
De bergbeklimmer staat op de top.
cms/verbs-webp/94796902.webp
finde tilbage
Jeg kan ikke finde tilbage.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.