Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/113136810.webp
odeslat
Tento balík bude brzy odeslán.
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.
cms/verbs-webp/27076371.webp
patřit
Moje žena mi patří.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/74036127.webp
minout
Muž minul svůj vlak.
missen
De man heeft zijn trein gemist.
cms/verbs-webp/121870340.webp
běžet
Atlet běží.
rennen
De atleet rent.
cms/verbs-webp/61389443.webp
ležet
Děti společně leží na trávníku.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
cms/verbs-webp/38296612.webp
existovat
Dinosauři dnes již neexistují.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
cms/verbs-webp/124575915.webp
zlepšit
Chce si zlepšit postavu.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
cms/verbs-webp/105875674.webp
kopnout
V bojových uměních musíte umět dobře kopnout.
schoppen
In vechtsporten moet je goed kunnen schoppen.
cms/verbs-webp/94909729.webp
čekat
Musíme ještě čekat měsíc.
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/120128475.webp
myslet
Musí na něj pořád myslet.
denken
Ze moet altijd aan hem denken.
cms/verbs-webp/123213401.webp
nenávidět
Ti dva kluci se vzájemně nenávidí.
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/78773523.webp
zvýšit
Populace se výrazně zvýšila.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.