Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

לעבור
התלמידים עברו את המבחן.
l’ebvr
htlmydym ’ebrv at hmbhn.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.

משווים
הם משווים את הספרות שלהם.
mshvvym
hm mshvvym at hsprvt shlhm.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.

תלוי
אגמונים תלויים מהגג.
tlvy
agmvnym tlvyym mhgg.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.

להציב בצד
אני רוצה להציב בצד כסף לאחר מכן כל חודש.
lhtsyb btsd
any rvtsh lhtsyb btsd ksp lahr mkn kl hvdsh.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

מכסה
היא מכסה את שיערה.
mksh
hya mksh at shy’erh.
bedekken
Ze bedekt haar haar.

גורם
האלכוהול יכול לגרום לכאבי ראש.
gvrm
halkvhvl ykvl lgrvm lkaby rash.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.

לבלות כסף
אנחנו צריכים לבלות הרבה כסף על תיקונים.
lblvt ksp
anhnv tsrykym lblvt hrbh ksp ’el tyqvnym.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.

לחסוך
הילדים שלי חסכו את הכסף שלהם.
lhsvk
hyldym shly hskv at hksp shlhm.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.

הביס
הוא הביס את היריב שלו בטניס.
hbys
hva hbys at hyryb shlv btnys.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.

לחזור
האב חזר מהמלחמה.
lhzvr
hab hzr mhmlhmh.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.

מכסות
עלי הסופגנייה מכסות את המים.
mksvt
’ely hsvpgnyyh mksvt at hmym.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
