Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hebreeuws

היוו יחסים
השניים היוו יחסים.
hyvv yhsym
hshnyym hyvv yhsym.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.

משלים
הוא משלים את מסלול הריצה שלו כל יום.
mshlym
hva mshlym at mslvl hrytsh shlv kl yvm.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.

השתנתה
האור השתנתה לירוק.
hshtnth
havr hshtnth lyrvq.
veranderen
Het licht veranderde in groen.

לשקר
לפעמים צריך לשקר במצב חירום.
lshqr
lp’emym tsryk lshqr bmtsb hyrvm.
liegen
Soms moet men liegen in een noodsituatie.

להימנע
הוא צריך להימנע מאגוזים.
lhymn’e
hva tsryk lhymn’e magvzym.
vermijden
Hij moet noten vermijden.

עבד
האופנוע שבור; הוא כבר לא עובד.
’ebd
havpnv’e shbvr; hva kbr la ’evbd.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.

מזמין
המורה שלי מזמין אותי לעיתים קרובות.
mzmyn
hmvrh shly mzmyn avty l’eytym qrvbvt.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.

לפתוח
אתה יכול לפתוח לי את הפחית בבקשה?
lptvh
ath ykvl lptvh ly at hphyt bbqshh?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?

הועסק
המועמד הועסק.
hv’esq
hmv’emd hv’esq.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.

מחבק
הוא מחבק את אביו הזקן.
mhbq
hva mhbq at abyv hzqn.
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.

עבד ביחד
אנו עובדים ביחד כקבוצה.
’ebd byhd
anv ’evbdym byhd kqbvtsh.
samenwerken
We werken samen als een team.
