Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/105854154.webp
ograničiti
Ograde ograničavaju našu slobodu.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/82845015.webp
prijaviti se
Svi na brodu prijavljuju se kapetanu.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
cms/verbs-webp/129244598.webp
ograničiti
Tokom dijete morate ograničiti unos hrane.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/119188213.webp
glasati
Glasaci danas glasaju o svojoj budućnosti.
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.
cms/verbs-webp/57207671.webp
prihvatiti
Ne mogu to promijeniti, moram to prihvatiti.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
cms/verbs-webp/41935716.webp
izgubiti se
Lako je izgubiti se u šumi.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.
cms/verbs-webp/119269664.webp
proći
Studenti su prošli ispit.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/102397678.webp
objaviti
Oglasi se često objavljuju u novinama.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
cms/verbs-webp/124525016.webp
ležati iza
Vrijeme njene mladosti leži daleko iza.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
cms/verbs-webp/40094762.webp
buditi
Budilnik je budi u 10 sati.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
cms/verbs-webp/59121211.webp
pozvoniti
Ko je pozvonio na vrata?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
cms/verbs-webp/74119884.webp
otvoriti
Dijete otvara svoj poklon.
openen
Het kind opent zijn cadeau.