Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/102823465.webp
pokazati
Mogu pokazati vizu u svom pasošu.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/80332176.webp
podvući
On je podvukao svoju izjavu.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/94312776.webp
darovati
Ona daruje svoje srce.
weggeven
Ze geeft haar hart weg.
cms/verbs-webp/111750432.webp
visjeti
Oboje vise na grani.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
cms/verbs-webp/99169546.webp
gledati
Svi gledaju u svoje telefone.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
cms/verbs-webp/25599797.webp
smanjiti
Štedite novac kada smanjite temperaturu prostorije.
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.
cms/verbs-webp/127720613.webp
nedostajati
Puno mu nedostaje njegova djevojka.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.
cms/verbs-webp/68761504.webp
pregledati
Zubar pregledava pacijentovu dentaciju.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/99207030.webp
stići
Avion je stigao na vrijeme.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.
cms/verbs-webp/116610655.webp
graditi
Kada je izgrađen Veliki kineski zid?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/108520089.webp
sadržavati
Riba, sir i mlijeko sadrže puno proteina.
bevatten
Vis, kaas en melk bevatten veel eiwitten.
cms/verbs-webp/125116470.webp
vjerovati
Svi vjerujemo jedni drugima.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.