Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bosnisch

ograničiti
Ograde ograničavaju našu slobodu.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

prijaviti se
Svi na brodu prijavljuju se kapetanu.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.

ograničiti
Tokom dijete morate ograničiti unos hrane.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.

glasati
Glasaci danas glasaju o svojoj budućnosti.
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.

prihvatiti
Ne mogu to promijeniti, moram to prihvatiti.
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.

izgubiti se
Lako je izgubiti se u šumi.
verdwalen
Het is gemakkelijk om in het bos te verdwalen.

proći
Studenti su prošli ispit.
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.

objaviti
Oglasi se često objavljuju u novinama.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.

ležati iza
Vrijeme njene mladosti leži daleko iza.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.

buditi
Budilnik je budi u 10 sati.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.

pozvoniti
Ko je pozvonio na vrata?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
