Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/55269029.webp
miss
He missed the nail and injured himself.
missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.
cms/verbs-webp/95056918.webp
lead
He leads the girl by the hand.
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.
cms/verbs-webp/95190323.webp
vote
One votes for or against a candidate.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.
cms/verbs-webp/90321809.webp
spend money
We have to spend a lot of money on repairs.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
cms/verbs-webp/123844560.webp
protect
A helmet is supposed to protect against accidents.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/122010524.webp
undertake
I have undertaken many journeys.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
cms/verbs-webp/79317407.webp
command
He commands his dog.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.
cms/verbs-webp/80552159.webp
work
The motorcycle is broken; it no longer works.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
cms/verbs-webp/122638846.webp
leave speechless
The surprise leaves her speechless.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
cms/verbs-webp/93169145.webp
speak
He speaks to his audience.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/78773523.webp
increase
The population has increased significantly.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/95543026.webp
take part
He is taking part in the race.
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.