Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/102167684.webp
compare
They compare their figures.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
cms/verbs-webp/100649547.webp
hire
The applicant was hired.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
cms/verbs-webp/123492574.webp
train
Professional athletes have to train every day.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
cms/verbs-webp/89869215.webp
kick
They like to kick, but only in table soccer.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
cms/verbs-webp/125385560.webp
wash
The mother washes her child.
wassen
De moeder wast haar kind.
cms/verbs-webp/123203853.webp
cause
Alcohol can cause headaches.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/4706191.webp
practice
The woman practices yoga.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
cms/verbs-webp/101742573.webp
paint
She has painted her hands.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/119235815.webp
love
She really loves her horse.
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
cms/verbs-webp/125884035.webp
surprise
She surprised her parents with a gift.
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.
cms/verbs-webp/46998479.webp
discuss
They discuss their plans.
bespreken
Ze bespreken hun plannen.
cms/verbs-webp/27076371.webp
belong
My wife belongs to me.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.