Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/97119641.webp
paint
The car is being painted blue.
schilderen
De auto wordt blauw geschilderd.
cms/verbs-webp/50772718.webp
cancel
The contract has been canceled.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/104820474.webp
sound
Her voice sounds fantastic.
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/94482705.webp
translate
He can translate between six languages.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
cms/verbs-webp/1502512.webp
read
I can’t read without glasses.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/100965244.webp
look down
She looks down into the valley.
naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.
cms/verbs-webp/63645950.webp
run
She runs every morning on the beach.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/119289508.webp
keep
You can keep the money.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/113842119.webp
pass
The medieval period has passed.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/109157162.webp
come easy
Surfing comes easily to him.
gemakkelijk gaan
Surfen gaat hem gemakkelijk af.
cms/verbs-webp/15353268.webp
squeeze out
She squeezes out the lemon.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
cms/verbs-webp/110322800.webp
talk badly
The classmates talk badly about her.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.