Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

cms/verbs-webp/132125626.webp
persuade
She often has to persuade her daughter to eat.
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
cms/verbs-webp/44127338.webp
quit
He quit his job.
stoppen
Hij stopte met zijn baan.
cms/verbs-webp/84365550.webp
transport
The truck transports the goods.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/57574620.webp
deliver
Our daughter delivers newspapers during the holidays.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
cms/verbs-webp/102304863.webp
kick
Be careful, the horse can kick!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/111615154.webp
drive back
The mother drives the daughter back home.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/67232565.webp
agree
The neighbors couldn’t agree on the color.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
cms/verbs-webp/1502512.webp
read
I can’t read without glasses.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/122398994.webp
kill
Be careful, you can kill someone with that axe!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
cms/verbs-webp/78932829.webp
support
We support our child’s creativity.
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
cms/verbs-webp/51573459.webp
emphasize
You can emphasize your eyes well with makeup.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/68841225.webp
understand
I can’t understand you!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!