Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/9435922.webp
artėti
Sraigės artėja viena prie kitos.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/101742573.webp
dažyti
Ji nudažė savo rankas.
schilderen
Ze heeft haar handen geschilderd.
cms/verbs-webp/5161747.webp
pašalinti
Eskavatorius pašalina dirvą.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.
cms/verbs-webp/113842119.webp
praeiti
Viduramžiai jau praėjo.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/35862456.webp
pradėti
Naujas gyvenimas prasideda santuoka.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/110775013.webp
užrašyti
Ji nori užrašyti savo verslo idėją.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
cms/verbs-webp/131098316.webp
tekėti
Nepilnamečiams negalima tekti.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/122398994.webp
nužudyti
Būkite atsargūs, su tuo kirviu galite kažką nužudyti!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
cms/verbs-webp/119895004.webp
rašyti
Jis rašo laišką.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/99951744.webp
įtarti
Jis įtaria, kad tai jo mergina.
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.
cms/verbs-webp/118765727.webp
apkrauti
Biuro darbas ją labai apkrauna.
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
cms/verbs-webp/101945694.webp
pamiegoti
Jie nori pagaliau pamiegoti bent vieną naktį.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.