Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

speak up
Whoever knows something may speak up in class.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.

change
A lot has changed due to climate change.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.

happen
Strange things happen in dreams.
gebeuren
Vreemde dingen gebeuren in dromen.

forget
She doesn’t want to forget the past.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

study
The girls like to study together.
studeren
De meisjes studeren graag samen.

lead
The most experienced hiker always leads.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.

repeat
Can you please repeat that?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?

walk
The group walked across a bridge.
wandelen
De groep wandelde over een brug.

have breakfast
We prefer to have breakfast in bed.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.

travel
He likes to travel and has seen many countries.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.

save
The doctors were able to save his life.
redden
De dokters konden zijn leven redden.
