Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

open
Can you please open this can for me?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?

cut to size
The fabric is being cut to size.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.

kick
Be careful, the horse can kick!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!

miss
The man missed his train.
missen
De man heeft zijn trein gemist.

criticize
The boss criticizes the employee.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

jump over
The athlete must jump over the obstacle.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.

carry
The donkey carries a heavy load.
dragen
De ezel draagt een zware last.

spread out
He spreads his arms wide.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.

increase
The company has increased its revenue.
verhogen
Het bedrijf heeft zijn omzet verhoogd.

hate
The two boys hate each other.
haten
De twee jongens haten elkaar.

leave speechless
The surprise leaves her speechless.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
