Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/123380041.webp
gebeur aan
Het iets met hom in die werkongeluk gebeur?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/106997420.webp
onaangeraak laat
Die natuur is onaangeraak gelaat.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
cms/verbs-webp/101945694.webp
uitslaap
Hulle wil eindelik een aand lank uitslaap.
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
cms/verbs-webp/132030267.webp
verbruik
Sy verbruik ’n stuk koek.
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
cms/verbs-webp/111792187.webp
kies
Dit is moeilik om die regte een te kies.
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
cms/verbs-webp/77646042.webp
brand
Jy moet nie geld brand nie.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/106787202.webp
kom tuis
Pa het uiteindelik tuisgekom!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
cms/verbs-webp/81740345.webp
opsom
Jy moet die sleutelpunte van hierdie teks opsom.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
cms/verbs-webp/63351650.webp
kanselleer
Die vlug is gekanselleer.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/120282615.webp
belê
Waarin moet ons ons geld belê?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/8482344.webp
soen
Hy soen die baba.
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/116610655.webp
bou
Wanneer is die Groot Muur van China gebou?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?