Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/118588204.webp
wag
Sy wag vir die bus.
wachten
Ze wacht op de bus.
cms/verbs-webp/127620690.webp
belas
Maatskappye word op verskeie maniere belas.
belasten
Bedrijven worden op verschillende manieren belast.
cms/verbs-webp/120282615.webp
belê
Waarin moet ons ons geld belê?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/115224969.webp
vergewe
Ek vergewe hom sy skulde.
vergeven
Ik vergeef hem zijn schulden.
cms/verbs-webp/107852800.webp
kyk
Sy kyk deur ’n verkyker.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/100649547.webp
aanstel
Die aansoeker is aangestel.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
cms/verbs-webp/117953809.webp
verdra
Sy kan nie die sang verdra nie.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/21689310.webp
roep op
My onderwyser roep my dikwels op.
aanspreken
Mijn leraar spreekt me vaak aan.
cms/verbs-webp/116519780.webp
hardloop uit
Sy hardloop uit met die nuwe skoene.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
cms/verbs-webp/104476632.webp
was
Ek hou nie daarvan om die skottelgoed te was nie.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.
cms/verbs-webp/93169145.webp
praat
Hy praat met sy gehoor.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/75423712.webp
verander
Die lig het groen verander.
veranderen
Het licht veranderde in groen.