Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/8451970.webp
raspravljati
Kolege raspravljaju o problemu.
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
cms/verbs-webp/101383370.webp
izlaziti
Djevojčice vole izlaziti zajedno.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
cms/verbs-webp/123213401.webp
mrziti
Dva dječaka se mrze.
haten
De twee jongens haten elkaar.
cms/verbs-webp/79322446.webp
predstaviti
On predstavlja svoju novu djevojku svojim roditeljima.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/118011740.webp
graditi
Djeca grade visoki toranj.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
cms/verbs-webp/110347738.webp
oduševiti
Gol oduševljava njemačke navijače.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
cms/verbs-webp/75487437.webp
voditi
Najiskusniji planinar uvijek vodi.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/82845015.webp
prijaviti se
Svi na brodu prijavljuju se kapetanu.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
cms/verbs-webp/99633900.webp
istraživati
Ljudi žele istraživati Mars.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/119501073.webp
ležati nasuprot
Tamo je dvorac - leži upravo nasuprot!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
cms/verbs-webp/123546660.webp
provjeriti
Mehaničar provjerava funkcije automobila.
controleren
De monteur controleert de functies van de auto.
cms/verbs-webp/116877927.webp
postaviti
Moja kćerka želi postaviti svoj stan.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.