Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/86996301.webp
zauzimati se za
Dva prijatelja uvijek žele zauzimati se jedan za drugoga.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
cms/verbs-webp/120282615.webp
ulagati
U što bismo trebali ulagati svoj novac?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/125116470.webp
vjerovati
Svi vjerujemo jedni drugima.
vertrouwen
We vertrouwen elkaar allemaal.
cms/verbs-webp/118232218.webp
zaštititi
Djecu treba zaštititi.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/90773403.webp
pratiti
Moj pas me prati kad trčim.
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
cms/verbs-webp/27564235.webp
raditi na
Mora raditi na svim tim datotekama.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
cms/verbs-webp/116932657.webp
primiti
On prima dobru penziju u starosti.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/80116258.webp
procijeniti
On procjenjuje učinak firme.
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
cms/verbs-webp/110045269.webp
završiti
Svaki dan završava svoju jogging rutu.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
cms/verbs-webp/42212679.webp
raditi za
On je naporno radio za svoje dobre ocjene.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
cms/verbs-webp/74036127.webp
propustiti
Čovjek je propustio svoj vlak.
missen
De man heeft zijn trein gemist.
cms/verbs-webp/21342345.webp
svidjeti se
Djetetu se sviđa nova igračka.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.