Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

skambinti
Ji paėmė telefoną ir skambino numeriu.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.

praleisti naktį
Mes praleidžiame naktį automobilyje.
overnachten
We overnachten in de auto.

susitikti
Jie pirmą kartą susitiko internete.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.

naudoti
Net maži vaikai naudoja planšetinius kompiuterius.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.

gauti ligos pažymėjimą
Jam reikia gauti ligos pažymėjimą iš gydytojo.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.

vadovauti
Jam patinka vadovauti komandai.
leiden
Hij leidt graag een team.

maišyti
Ji maišo vaisių sulčias.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.

atsisveikinti
Moteris atsisveikina.
afscheid nemen
De vrouw neemt afscheid.

išardyti
Mūsų sūnus viską išardo!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!

tvarkyti
Reikia tvarkytis su problemomis.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.

pakaboti
Stalaktitai pakaboti nuo stogo.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
