Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

prekriti
Vodne lilije prekrivajo vodo.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.

povoziti
Na žalost še vedno mnogo živali povozijo avtomobili.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.

sprehajati se
Družina se ob nedeljah sprehaja.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.

poklicati nazaj
Prosim, pokličite me nazaj jutri.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.

premagati
V tenisu je premagal svojega nasprotnika.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.

študirati
Na moji univerzi študira veliko žensk.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

odpeljati domov
Po nakupovanju se oba odpeljeta domov.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.

zahvaliti se
Najlepše se vam zahvaljujem za to!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!

stopiti na
S to nogo ne morem stopiti na tla.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.

prebiti se
Voda je bila previsoka; tovornjak se ni mogel prebiti čez.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.

preživeti
Morala bo preživeti z malo denarja.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
