Woordenlijst
Leer werkwoorden – Sloveens

prilagoditi
Tkanina je prilagojena po meri.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.

upravljati
Kdo upravlja denar v vaši družini?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?

omeniti
Šef je omenil, da ga bo odpustil.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.

izgubiti se
Danes sem izgubil ključ!
verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!

videti
Skozi moja nova očala lahko vse jasno vidim.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.

pozabiti
Zdaj je pozabila njegovo ime.
vergeten
Ze is nu zijn naam vergeten.

razumeti
Vsega o računalnikih ne moreš razumeti.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.

prevažati
Tovornjak prevaža blago.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

izključiti
Skupina ga izključi.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.

govoriti slabo
Sovražniki o njej govorijo slabo.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

podčrtati
Svojo izjavo je podčrtal.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
