Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/114379513.webp
prekriti
Vodne lilije prekrivajo vodo.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/86196611.webp
povoziti
Na žalost še vedno mnogo živali povozijo avtomobili.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
cms/verbs-webp/91367368.webp
sprehajati se
Družina se ob nedeljah sprehaja.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
cms/verbs-webp/33493362.webp
poklicati nazaj
Prosim, pokličite me nazaj jutri.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
cms/verbs-webp/90821181.webp
premagati
V tenisu je premagal svojega nasprotnika.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.
cms/verbs-webp/85623875.webp
študirati
Na moji univerzi študira veliko žensk.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
cms/verbs-webp/41019722.webp
odpeljati domov
Po nakupovanju se oba odpeljeta domov.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/12991232.webp
zahvaliti se
Najlepše se vam zahvaljujem za to!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
cms/verbs-webp/91442777.webp
stopiti na
S to nogo ne morem stopiti na tla.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/90292577.webp
prebiti se
Voda je bila previsoka; tovornjak se ni mogel prebiti čez.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/47062117.webp
preživeti
Morala bo preživeti z malo denarja.
rondkomen
Ze moet rondkomen met weinig geld.
cms/verbs-webp/71991676.webp
pustiti za seboj
Slučajno so na postaji pustili svojega otroka.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.