Woordenlijst

Leer werkwoorden – Sloveens

cms/verbs-webp/35137215.webp
udariti
Starši ne bi smeli udariti svojih otrok.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
cms/verbs-webp/120259827.webp
kritizirati
Šef kritizira zaposlenega.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/120200094.webp
mešati
Lahko zmešate zdravo solato z zelenjavo.
mengen
Je kunt een gezonde salade met groenten mengen.
cms/verbs-webp/1422019.webp
ponoviti
Moj papagaj lahko ponovi moje ime.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
cms/verbs-webp/33493362.webp
poklicati nazaj
Prosim, pokličite me nazaj jutri.
terugbellen
Bel me morgen alstublieft terug.
cms/verbs-webp/125088246.webp
posnemati
Otrok posnema letalo.
imiteren
Het kind imiteert een vliegtuig.
cms/verbs-webp/98294156.webp
trgovati
Ljudje trgujejo z rabljenim pohištvom.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
cms/verbs-webp/119913596.webp
dati
Oče želi sinu dati nekaj dodatnega denarja.
geven
De vader wil zijn zoon wat extra geld geven.
cms/verbs-webp/60625811.webp
uničiti
Datoteke bodo popolnoma uničene.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/91147324.webp
nagrajevati
Bil je nagrajen z medaljo.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
cms/verbs-webp/83776307.webp
seliti
Moj nečak se seli.
verhuizen
Mijn neefje gaat verhuizen.
cms/verbs-webp/130938054.webp
prekriti
Otrok se prekrije.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.