Woordenlijst
Leer werkwoorden – Italiaans

smaltire
Questi vecchi pneumatici devono essere smaltiti separatamente.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.

arrivare
L’aereo è arrivato in orario.
aankomen
Het vliegtuig is op tijd aangekomen.

lasciare dietro
Hanno accidentalmente lasciato il loro bambino alla stazione.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

garantire
L’assicurazione garantisce protezione in caso di incidenti.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.

parlare male
I compagni di classe parlano male di lei.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.

superare
Gli atleti superano la cascata.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

firmare
Ha firmato il contratto.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.

gestire
Chi gestisce i soldi nella tua famiglia?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?

pensare fuori dagli schemi
Per avere successo, a volte devi pensare fuori dagli schemi.
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.

inviare
La merce mi verrà inviata in un pacco.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.

occuparsi di
Il nostro custode si occupa della rimozione della neve.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
