Woordenlijst

Leer werkwoorden – Frans

cms/verbs-webp/46385710.webp
accepter
Les cartes de crédit sont acceptées ici.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
cms/verbs-webp/124740761.webp
arrêter
La femme arrête une voiture.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/1422019.webp
répéter
Mon perroquet peut répéter mon nom.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
cms/verbs-webp/106787202.webp
rentrer
Papa est enfin rentré !
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
cms/verbs-webp/49585460.webp
finir
Comment avons-nous fini dans cette situation?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
cms/verbs-webp/78309507.webp
découper
Il faut découper les formes.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
cms/verbs-webp/26758664.webp
économiser
Mes enfants ont économisé leur propre argent.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
cms/verbs-webp/71260439.webp
écrire à
Il m’a écrit la semaine dernière.
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
cms/verbs-webp/94796902.webp
retrouver son chemin
Je ne peux pas retrouver mon chemin.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
cms/verbs-webp/73649332.webp
crier
Si tu veux être entendu, tu dois crier ton message fort.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/20225657.webp
demander
Mon petit-fils me demande beaucoup.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/74009623.webp
tester
La voiture est testée dans l’atelier.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.