Woordenlijst
Leer werkwoorden – Frans

accepter
Certaines personnes ne veulent pas accepter la vérité.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

construire
Quand la Grande Muraille de Chine a-t-elle été construite?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

discuter
Il discute souvent avec son voisin.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

confirmer
Elle a pu confirmer la bonne nouvelle à son mari.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

se réunir
C’est agréable quand deux personnes se réunissent.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.

rassembler
Le cours de langue rassemble des étudiants du monde entier.
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.

changer
Beaucoup de choses ont changé à cause du changement climatique.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.

monter
Ils montent aussi vite qu’ils le peuvent.
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.

compléter
Peux-tu compléter le puzzle ?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?

préparer
Un délicieux petit déjeuner est préparé!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!

limiter
Pendant un régime, il faut limiter sa consommation de nourriture.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
