Woordenlijst
Leer werkwoorden – Frans
accepter
Les cartes de crédit sont acceptées ici.
accepteren
Creditcards worden hier geaccepteerd.
arrêter
La femme arrête une voiture.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
répéter
Mon perroquet peut répéter mon nom.
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
rentrer
Papa est enfin rentré !
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
finir
Comment avons-nous fini dans cette situation?
terechtkomen
Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
découper
Il faut découper les formes.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
économiser
Mes enfants ont économisé leur propre argent.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.
écrire à
Il m’a écrit la semaine dernière.
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
retrouver son chemin
Je ne peux pas retrouver mon chemin.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
crier
Si tu veux être entendu, tu dois crier ton message fort.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
demander
Mon petit-fils me demande beaucoup.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.