Woordenlijst

Leer werkwoorden – Frans

cms/verbs-webp/99455547.webp
accepter
Certaines personnes ne veulent pas accepter la vérité.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
cms/verbs-webp/116610655.webp
construire
Quand la Grande Muraille de Chine a-t-elle été construite?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?
cms/verbs-webp/129203514.webp
discuter
Il discute souvent avec son voisin.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.
cms/verbs-webp/105224098.webp
confirmer
Elle a pu confirmer la bonne nouvelle à son mari.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/34979195.webp
se réunir
C’est agréable quand deux personnes se réunissent.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/102853224.webp
rassembler
Le cours de langue rassemble des étudiants du monde entier.
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
cms/verbs-webp/84850955.webp
changer
Beaucoup de choses ont changé à cause du changement climatique.
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/92207564.webp
monter
Ils montent aussi vite qu’ils le peuvent.
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.
cms/verbs-webp/120086715.webp
compléter
Peux-tu compléter le puzzle ?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/97593982.webp
préparer
Un délicieux petit déjeuner est préparé!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/129244598.webp
limiter
Pendant un régime, il faut limiter sa consommation de nourriture.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/101630613.webp
fouiller
Le cambrioleur fouille la maison.
doorzoeken
De inbreker doorzoekt het huis.