Woordenlijst

Leer werkwoorden – Frans

cms/verbs-webp/118003321.webp
visiter
Elle visite Paris.
bezoeken
Ze bezoekt Parijs.
cms/verbs-webp/73488967.webp
examiner
Les échantillons de sang sont examinés dans ce laboratoire.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/100466065.webp
omettre
Vous pouvez omettre le sucre dans le thé.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/124545057.webp
écouter
Les enfants aiment écouter ses histoires.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
cms/verbs-webp/112444566.webp
parler à
Quelqu’un devrait lui parler ; il est si seul.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/66787660.webp
peindre
Je veux peindre mon appartement.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/129945570.webp
répondre
Elle a répondu par une question.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/118483894.webp
profiter
Elle profite de la vie.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/60625811.webp
détruire
Les fichiers seront complètement détruits.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
cms/verbs-webp/110775013.webp
noter
Elle veut noter son idée d’entreprise.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
cms/verbs-webp/124458146.webp
confier
Les propriétaires me confient leurs chiens pour une promenade.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/123203853.webp
causer
L’alcool peut causer des maux de tête.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.