Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/129235808.webp
kuulama
Ta kuulab hea meelega oma raseda naise kõhtu.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
cms/verbs-webp/89636007.webp
allkirjastama
Ta allkirjastas lepingu.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/110775013.webp
kirja panema
Ta tahab oma äriideed kirja panna.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
cms/verbs-webp/71612101.webp
sisenema
Metroo just sisenes jaama.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.
cms/verbs-webp/91367368.webp
jalutama minema
Perekond läheb pühapäeviti jalutama.
wandelen
De familie gaat op zondag wandelen.
cms/verbs-webp/23258706.webp
üles tõmbama
Helikopter tõmbab kaks meest üles.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
cms/verbs-webp/75508285.webp
ootama
Lapsed ootavad alati lund.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/71991676.webp
maha jätma
Nad jätsid kogemata oma lapse jaama maha.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
cms/verbs-webp/118343897.webp
koostööd tegema
Me töötame koos meeskonnana.
samenwerken
We werken samen als een team.
cms/verbs-webp/105854154.webp
piirama
Aiad piiravad meie vabadust.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/112286562.webp
töötama
Ta töötab paremini kui mees.
werken
Ze werkt beter dan een man.
cms/verbs-webp/84847414.webp
hoolitsema
Meie poeg hoolitseb väga oma uue auto eest.
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.