Woordenlijst
Leer werkwoorden – Ests

välja jätma
Sa võid tee sisse suhkru välja jätta.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.

avaldama
Reklaami avaldatakse sageli ajalehtedes.
publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.

tantsima
Nad tantsivad armunult tangot.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.

teadma
Laps teab oma vanemate tülist.
bewust zijn van
Het kind is zich bewust van de ruzie van zijn ouders.

tee tagasi leidma
Ma ei leia teed tagasi.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.

kohtuma
Nad kohtusid esmakordselt internetis.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.

üllatama
Ta üllatas oma vanemaid kingitusega.
verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.

kokku kolima
Need kaks plaanivad varsti kokku kolida.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.

kirjutama
Lapsed õpivad kirjutama.
spellen
De kinderen leren spellen.

ületama
Sportlased ületavad koske.
overwinnen
De atleten overwinnen de waterval.

meeldima
Lapsele meeldib uus mänguasi.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
