Woordenlijst
Leer werkwoorden – Slovaaks
podporiť
Rádi podporujeme vašu myšlienku.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
začať
Nový život začína manželstvom.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
vyhnúť sa
Musí sa vyhnúť orechom.
vermijden
Hij moet noten vermijden.
zraziť
Cyklistu zrazil automobil.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
posielať
Táto spoločnosť posiela tovary po celom svete.
sturen
Dit bedrijf stuurt goederen over de hele wereld.
vytiahnuť
Vrtuľník vytiahne tých dvoch mužov.
optrekken
De helikopter trekt de twee mannen omhoog.
prepustiť
Šéf ho prepustil.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
meškať
Hodiny meškajú niekoľko minút.
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
ležať oproti
Tam je zámok - leží presne oproti!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
prejsť
Stredoveké obdobie už prešlo.
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
chýbať
Veľmi mu chýba jeho priateľka.
missen
Hij mist zijn vriendin erg.