Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/15441410.webp
speak out
She wants to speak out to her friend.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
cms/verbs-webp/60395424.webp
jump around
The child is happily jumping around.
rondspringen
Het kind springt vrolijk in het rond.
cms/verbs-webp/36190839.webp
fight
The fire department fights the fire from the air.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.
cms/verbs-webp/68841225.webp
understand
I can’t understand you!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/106203954.webp
use
We use gas masks in the fire.
gebruiken
We gebruiken gasmaskers in het vuur.
cms/verbs-webp/78932829.webp
support
We support our child’s creativity.
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
cms/verbs-webp/99951744.webp
suspect
He suspects that it’s his girlfriend.
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.
cms/verbs-webp/96476544.webp
set
The date is being set.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/66441956.webp
write down
You have to write down the password!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/89636007.webp
sign
He signed the contract.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/28642538.webp
leave standing
Today many have to leave their cars standing.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
cms/verbs-webp/78063066.webp
keep
I keep my money in my nightstand.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.