Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/102049516.webp
leave
The man leaves.
verlaten
De man vertrekt.
cms/verbs-webp/100011930.webp
tell
She tells her a secret.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
cms/verbs-webp/97593982.webp
prepare
A delicious breakfast is prepared!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/120086715.webp
complete
Can you complete the puzzle?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/53284806.webp
think outside the box
To be successful, you have to think outside the box sometimes.
out-of-the-box denken
Om succesvol te zijn, moet je soms out-of-the-box denken.
cms/verbs-webp/75195383.webp
be
You shouldn’t be sad!
zijn
Je moet niet verdrietig zijn!
cms/verbs-webp/58477450.webp
rent out
He is renting out his house.
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
cms/verbs-webp/9435922.webp
come closer
The snails are coming closer to each other.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/67095816.webp
move in together
The two are planning to move in together soon.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
cms/verbs-webp/108014576.webp
see again
They finally see each other again.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.
cms/verbs-webp/55788145.webp
cover
The child covers its ears.
bedekken
Het kind bedekt zijn oren.
cms/verbs-webp/73880931.webp
clean
The worker is cleaning the window.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.