Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

turn to
They turn to each other.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.

kick
Be careful, the horse can kick!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!

cause
Alcohol can cause headaches.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.

tell
She tells her a secret.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.

send off
She wants to send the letter off now.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.

stand up
She can no longer stand up on her own.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.

criticize
The boss criticizes the employee.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.

study
There are many women studying at my university.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

talk to
Someone should talk to him; he’s so lonely.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.

sit down
She sits by the sea at sunset.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.

start running
The athlete is about to start running.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
