Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

destroy
The tornado destroys many houses.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.

search
I search for mushrooms in the fall.
zoeken
Ik zoek paddenstoelen in de herfst.

run over
Unfortunately, many animals are still run over by cars.
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.

leave
Many English people wanted to leave the EU.
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.

demand
My grandchild demands a lot from me.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.

send
The goods will be sent to me in a package.
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.

taste
This tastes really good!
smaken
Dit smaakt echt goed!

fight
The athletes fight against each other.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.

generate
We generate electricity with wind and sunlight.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

fire
My boss has fired me.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.

pass by
The two pass by each other.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
