Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/31726420.webp
turn to
They turn to each other.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
cms/verbs-webp/102304863.webp
kick
Be careful, the horse can kick!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/123203853.webp
cause
Alcohol can cause headaches.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/100011930.webp
tell
She tells her a secret.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
cms/verbs-webp/32796938.webp
send off
She wants to send the letter off now.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.
cms/verbs-webp/106088706.webp
stand up
She can no longer stand up on her own.
opstaan
Ze kan niet meer zelfstandig opstaan.
cms/verbs-webp/120259827.webp
criticize
The boss criticizes the employee.
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
cms/verbs-webp/85623875.webp
study
There are many women studying at my university.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
cms/verbs-webp/112444566.webp
talk to
Someone should talk to him; he’s so lonely.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/106622465.webp
sit down
She sits by the sea at sunset.
zitten
Ze zit bij de zee tijdens zonsondergang.
cms/verbs-webp/55119061.webp
start running
The athlete is about to start running.
beginnen met rennen
De atleet staat op het punt om te beginnen met rennen.
cms/verbs-webp/117311654.webp
carry
They carry their children on their backs.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.