Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)
remind
The computer reminds me of my appointments.
herinneren
De computer herinnert me aan mijn afspraken.
sign
He signed the contract.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
begin
A new life begins with marriage.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
get a turn
Please wait, you’ll get your turn soon!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
ask
He asks her for forgiveness.
vragen
Hij vraagt haar om vergeving.
change
The light changed to green.
veranderen
Het licht veranderde in groen.
embrace
The mother embraces the baby’s little feet.
omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.
keep
I keep my money in my nightstand.
bewaren
Ik bewaar mijn geld in mijn nachtkastje.
pull up
The taxis have pulled up at the stop.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
train
Professional athletes have to train every day.
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
jump out
The fish jumps out of the water.
uitspringen
De vis springt uit het water.