Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

mix
Various ingredients need to be mixed.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.

stop
You must stop at the red light.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.

write down
You have to write down the password!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!

wait
We still have to wait for a month.
wachten
We moeten nog een maand wachten.

drive home
After shopping, the two drive home.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.

deliver
The delivery person is bringing the food.
brengen
De bezorger brengt het eten.

transport
The truck transports the goods.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

pay attention
One must pay attention to the road signs.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.

explore
The astronauts want to explore outer space.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.

run
The athlete runs.
rennen
De atleet rent.

bring together
The language course brings students from all over the world together.
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
