Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/128159501.webp
mix
Various ingredients need to be mixed.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.
cms/verbs-webp/44848458.webp
stop
You must stop at the red light.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
cms/verbs-webp/66441956.webp
write down
You have to write down the password!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
cms/verbs-webp/94909729.webp
wait
We still have to wait for a month.
wachten
We moeten nog een maand wachten.
cms/verbs-webp/41019722.webp
drive home
After shopping, the two drive home.
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
cms/verbs-webp/70864457.webp
deliver
The delivery person is bringing the food.
brengen
De bezorger brengt het eten.
cms/verbs-webp/84365550.webp
transport
The truck transports the goods.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/97784592.webp
pay attention
One must pay attention to the road signs.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
cms/verbs-webp/129002392.webp
explore
The astronauts want to explore outer space.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/121870340.webp
run
The athlete runs.
rennen
De atleet rent.
cms/verbs-webp/102853224.webp
bring together
The language course brings students from all over the world together.
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
cms/verbs-webp/67035590.webp
jump
He jumped into the water.
springen
Hij sprong in het water.