Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/35137215.webp
beat
Parents shouldn’t beat their children.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
cms/verbs-webp/120900153.webp
go out
The kids finally want to go outside.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/124458146.webp
leave to
The owners leave their dogs to me for a walk.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/35862456.webp
begin
A new life begins with marriage.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/132030267.webp
consume
She consumes a piece of cake.
consumeren
Ze consumeert een stukje taart.
cms/verbs-webp/43483158.webp
go by train
I will go there by train.
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
cms/verbs-webp/67880049.webp
let go
You must not let go of the grip!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/129945570.webp
respond
She responded with a question.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/28581084.webp
hang down
Icicles hang down from the roof.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitor
Everything is monitored here by cameras.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/91696604.webp
allow
One should not allow depression.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
cms/verbs-webp/106851532.webp
look at each other
They looked at each other for a long time.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.