Woordenlijst
Leer werkwoorden – Russisch

публиковать
Издатель выпустил много книг.
publikovat‘
Izdatel‘ vypustil mnogo knig.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.

болтать
Он часто болтает со своим соседом.
boltat‘
On chasto boltayet so svoim sosedom.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.

идти
Куда вы оба идете?
idti
Kuda vy oba idete?
gaan
Waar gaan jullie beiden heen?

свисать
Сосульки свисают с крыши.
svisat‘
Sosul‘ki svisayut s kryshi.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.

покрывать
Она покрыла хлеб сыром.
pokryvat‘
Ona pokryla khleb syrom.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.

возвращаться
Он не может вернуться один.
vozvrashchat‘sya
On ne mozhet vernut‘sya odin.
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.

поворачивать
Вы можете повернуть налево.
povorachivat‘
Vy mozhete povernut‘ nalevo.
draaien
Je mag naar links draaien.

парковаться
Велосипеды припаркованы перед домом.
parkovat‘sya
Velosipedy priparkovany pered domom.
parkeren
De fietsen staan voor het huis geparkeerd.

уничтожать
Файлы будут полностью уничтожены.
unichtozhat‘
Fayly budut polnost‘yu unichtozheny.
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.

читать
Я не могу читать без очков.
chitat‘
YA ne mogu chitat‘ bez ochkov.
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.

смотреть
Она смотрит через бинокль.
smotret‘
Ona smotrit cherez binokl‘.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
