Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/112407953.webp
escoltar
Ella escolta i sent un so.
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
cms/verbs-webp/130288167.webp
netejar
Ella neteja la cuina.
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
cms/verbs-webp/127554899.webp
preferir
La nostra filla no llegeix llibres; ella prefereix el seu telèfon.
verkiezen
Onze dochter leest geen boeken; ze verkiest haar telefoon.
cms/verbs-webp/19351700.webp
proporcionar
Es proporcionen cadires de platja als vacacionistes.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
cms/verbs-webp/110322800.webp
parlar malament
Els companys de classe parlen malament d’ella.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
cms/verbs-webp/90287300.webp
sonar
Sents la campana sonant?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/66787660.webp
pintar
Vull pintar el meu pis.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/82095350.webp
empènyer
L’infermera empènya el pacient en una cadira de rodes.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
cms/verbs-webp/97593982.webp
preparar
S’ha preparat un esmorzar deliciós!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/47241989.webp
buscar
Allò que no saps, has de buscar-ho.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/120282615.webp
invertir
En què hauríem d’invertir els nostres diners?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/116166076.webp
pagar
Ella paga en línia amb una targeta de crèdit.
betalen
Ze betaalt online met een creditcard.