Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/115520617.webp
atropellar
Un ciclista va ser atropellat per un cotxe.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
cms/verbs-webp/74119884.webp
obrir
El nen està obrint el seu regal.
openen
Het kind opent zijn cadeau.
cms/verbs-webp/111615154.webp
portar de tornada
La mare porta la filla de tornada a casa.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/115291399.webp
voler
Ell vol massa!
willen
Hij wil te veel!
cms/verbs-webp/96586059.webp
acomiadar
El cap l’ha acomiadat.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
cms/verbs-webp/123648488.webp
passar
Els doctors passen pel pacient cada dia.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/44848458.webp
aturar-se
Has d’aturar-te quan el semàfor està vermell.
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
cms/verbs-webp/118232218.webp
protegir
Cal protegir els nens.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/123203853.webp
causar
L’alcohol pot causar mal de cap.
veroorzaken
Alcohol kan hoofdpijn veroorzaken.
cms/verbs-webp/93947253.webp
morir
Moltes persones moren a les pel·lícules.
sterven
Veel mensen sterven in films.
cms/verbs-webp/79201834.webp
connectar
Aquest pont connecta dos barris.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/99769691.webp
passar per
El tren està passant per davant nostre.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.