Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

oferir
Ella va oferir regar les flors.
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.

canviar
El semàfor ha canviat a verd.
veranderen
Het licht veranderde in groen.

estudiar
Hi ha moltes dones estudiant a la meva universitat.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

pintar
Ell està pintant la paret de blanc.
schilderen
Hij schildert de muur wit.

penjar
Tots dos pengen d’una branca.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.

danyar
Dos cotxes van ser danyats en l’accident.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.

comptar
Ella compta les monedes.
tellen
Ze telt de munten.

pagar
Ella va pagar amb targeta de crèdit.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.

sortir
A les noies els agrada sortir juntes.
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.

aconseguir una baixa mèdica
Ha d’aconseguir una baixa mèdica del metge.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.

enfortir
La gimnàstica enforteix els músculs.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
