Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/34567067.webp
otsima
Politsei otsib süüdlast.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/74036127.webp
maha jätma
Mees jäi rongist maha.
missen
De man heeft zijn trein gemist.
cms/verbs-webp/102136622.webp
tõmbama
Ta tõmbab kelku.
trekken
Hij trekt de slee.
cms/verbs-webp/87153988.webp
edendama
Peame edendama alternatiive autoliiklusele.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.
cms/verbs-webp/118483894.webp
nautima
Ta naudib elu.
genieten
Ze geniet van het leven.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkima
Autod on maa-aluses garaažis parkitud.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/64904091.webp
korjama
Me peame kõik õunad üles korjama.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.
cms/verbs-webp/118232218.webp
kaitsma
Lapsi tuleb kaitsta.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/120086715.webp
lõpetama
Kas saad pusle lõpetada?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
cms/verbs-webp/109766229.webp
tundma
Ta tunneb sageli end üksikuna.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
cms/verbs-webp/91997551.webp
mõistma
Kõike arvutite kohta ei saa mõista.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
cms/verbs-webp/49853662.webp
kirjutama
Kunstnikud on kogu seina üle kirjutanud.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.