Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

øke
Befolkningen har økt betydelig.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.

skryte
Han liker å skryte av pengene sine.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.

svare
Hun svarte med et spørsmål.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.

henge ned
Hengekøyen henger ned fra taket.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.

løpe vekk
Alle løp vekk fra brannen.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.

overnatte
Vi overnatter i bilen.
overnachten
We overnachten in de auto.

unngå
Hun unngår kollegaen sin.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.

holde en tale
Politikeren holder en tale foran mange studenter.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.

skyve
De skyver mannen ut i vannet.
duwen
Ze duwen de man het water in.

prate
Studenter bør ikke prate under timen.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

like
Barnet liker den nye leken.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
