Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/78773523.webp
øke
Befolkningen har økt betydelig.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
cms/verbs-webp/30793025.webp
skryte
Han liker å skryte av pengene sine.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/129945570.webp
svare
Hun svarte med et spørsmål.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
cms/verbs-webp/87142242.webp
henge ned
Hengekøyen henger ned fra taket.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/116067426.webp
løpe vekk
Alle løp vekk fra brannen.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
cms/verbs-webp/62000072.webp
overnatte
Vi overnatter i bilen.
overnachten
We overnachten in de auto.
cms/verbs-webp/108991637.webp
unngå
Hun unngår kollegaen sin.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/110056418.webp
holde en tale
Politikeren holder en tale foran mange studenter.
een toespraak houden
De politicus houdt een toespraak voor veel studenten.
cms/verbs-webp/23257104.webp
skyve
De skyver mannen ut i vannet.
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/40632289.webp
prate
Studenter bør ikke prate under timen.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.
cms/verbs-webp/21342345.webp
like
Barnet liker den nye leken.
leuk vinden
Het kind vindt het nieuwe speelgoed leuk.
cms/verbs-webp/67955103.webp
spise
Hønene spiser kornene.
eten
De kippen eten de granen.