Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/109588921.webp
slå av
Hun slår av vekkerklokken.
uitzetten
Ze zet de wekker uit.
cms/verbs-webp/123170033.webp
gå konkurs
Bedriften vil sannsynligvis gå konkurs snart.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/12991232.webp
takke
Jeg takker deg veldig for det!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
cms/verbs-webp/114231240.webp
lyve
Han lyver ofte når han vil selge noe.
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
cms/verbs-webp/105224098.webp
bekrefte
Hun kunne bekrefte den gode nyheten til mannen sin.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/100011930.webp
fortelle
Hun forteller henne en hemmelighet.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
cms/verbs-webp/96531863.webp
gå gjennom
Kan katten gå gjennom dette hullet?
doorgaan
Kan de kat door dit gat gaan?
cms/verbs-webp/25599797.webp
spare
Du sparer penger når du senker romtemperaturen.
besparen
Je bespaart geld als je de kamertemperatuur verlaagt.
cms/verbs-webp/116877927.webp
innrede
Min datter vil innrede leiligheten sin.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.
cms/verbs-webp/118868318.webp
like
Hun liker sjokolade mer enn grønnsaker.
houden van
Ze houdt meer van chocolade dan van groenten.
cms/verbs-webp/114091499.webp
trene
Hunden blir trent av henne.
trainen
De hond wordt door haar getraind.
cms/verbs-webp/109766229.webp
føle
Han føler seg ofte alene.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.