Ordforråd
Lær verb – nederlandsk

verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
fjerne
Håndverkeren fjernet de gamle flisene.

bidden
Hij bidt in stilte.
be
Han ber stille.

overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
komme overens
Avslutt krangelen og kom endelig overens!

naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
kjøre hjem
Etter shopping kjører de to hjem.

publiceren
Reclame wordt vaak in kranten gepubliceerd.
publisere
Reklame blir ofte publisert i aviser.

slaan
Ze slaat de bal over het net.
slå
Hun slår ballen over nettet.

beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
påvirke
La deg ikke påvirkes av andre!

winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
vinne
Han prøver å vinne i sjakk.

ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
møte
De møtte hverandre først på internettet.

vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
ødelegge
Filene vil bli fullstendig ødelagt.

gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
bruke
Hun bruker kosmetikkprodukter daglig.
