Ordforråd
Lær adverb – nederlandsk

minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
i det minste
Frisøren kostet i det minste ikke mye.

ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
noen gang
Har du noen gang mistet alle pengene dine i aksjer?

‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
om morgenen
Jeg har mye stress på jobben om morgenen.

samen
De twee spelen graag samen.
sammen
De to liker å leke sammen.

gratis
Zonne-energie is gratis.
gratis
Solenergi er gratis.

altijd
Hier was altijd een meer.
alltid
Det var alltid en innsjø her.

genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
nok
Hun vil sove og har fått nok av støyen.

opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
igjen
De møttes igjen.

in
De twee komen binnen.
inn
De to kommer inn.

iets
Ik zie iets interessants!
noe
Jeg ser noe interessant!

naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
ned
Han faller ned ovenfra.
