Ordforråd

Lær adverb – nederlandsk

cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
et sted
En kanin har gjemt seg et sted.
cms/adverbs-webp/23025866.webp
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
hele dagen
Moren må jobbe hele dagen.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
ned
Hun hopper ned i vannet.
cms/adverbs-webp/7769745.webp
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
igjen
Han skriver alt igjen.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
alene
Jeg nyter kvelden helt alene.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
een beetje
Ik wil een beetje meer.
litt
Jeg vil ha litt mer.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
om natten
Månen skinner om natten.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
inn
De to kommer inn.
cms/adverbs-webp/178519196.webp
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
om morgenen
Jeg må stå opp tidlig om morgenen.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
nettopp
Hun våknet nettopp.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
nede
Han ligger nede på gulvet.
cms/adverbs-webp/132151989.webp
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
venstre
På venstre side kan du se et skip.