Ordforråd

Lær adverb – nederlandsk

cms/adverbs-webp/46438183.webp
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
før
Hun var fetere før enn nå.
cms/adverbs-webp/111290590.webp
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
like
Disse menneskene er forskjellige, men like optimistiske!
cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.
sammen
De to liker å leke sammen.
cms/adverbs-webp/145489181.webp
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
kanskje
Hun vil kanskje bo i et annet land.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
noen gang
Har du noen gang mistet alle pengene dine i aksjer?
cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
bort
Han bærer byttet bort.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
veldig
Barnet er veldig sultent.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
korrekt
Ordet er ikke stavet korrekt.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
maar
Het huis is klein maar romantisch.
men
Huset er lite men romantisk.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
ute
Vi spiser ute i dag.
cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
først
Sikkerhet kommer først.
cms/adverbs-webp/166071340.webp
uit
Ze komt uit het water.
ut
Hun kommer ut av vannet.