Ordforråd

Lær adverb – nederlandsk

cms/adverbs-webp/138988656.webp
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
når som helst
Du kan ringe oss når som helst.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
ut
Det syke barnet får ikke gå ut.
cms/adverbs-webp/111290590.webp
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
like
Disse menneskene er forskjellige, men like optimistiske!
cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.
sammen
De to liker å leke sammen.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
nooit
Men moet nooit opgeven.
aldri
Man bør aldri gi opp.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
bijna
Het is bijna middernacht.
nesten
Det er nesten midnatt.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
aldri
Gå aldri til sengs med sko på!
cms/adverbs-webp/178600973.webp
iets
Ik zie iets interessants!
noe
Jeg ser noe interessant!
cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
nede
Han ligger nede på gulvet.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
mer
Eldre barn får mer lommepenger.
cms/adverbs-webp/132151989.webp
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
venstre
På venstre side kan du se et skip.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
alene
Jeg nyter kvelden helt alene.