Ordforråd

Lær adverb – nederlandsk

cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
ned
Hun hopper ned i vannet.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
et sted
En kanin har gjemt seg et sted.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Moet ik hem nu bellen?
Skal jeg ringe ham nå?
cms/adverbs-webp/71109632.webp
echt
Kan ik dat echt geloven?
virkelig
Kan jeg virkelig tro på det?
cms/adverbs-webp/132151989.webp
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
venstre
På venstre side kan du se et skip.
cms/adverbs-webp/166071340.webp
uit
Ze komt uit het water.
ut
Hun kommer ut av vannet.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
inn
De to kommer inn.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
in
Ze springen in het water.
inn
De hopper inn i vannet.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
i morgen
Ingen vet hva som vil skje i morgen.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
hvorfor
Barn vil vite hvorfor alt er som det er.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
når som helst
Du kan ringe oss når som helst.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
korrekt
Ordet er ikke stavet korrekt.