Ordforråd

Lær adverb – nederlandsk

cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
nede
Han ligger nede på gulvet.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
et sted
En kanin har gjemt seg et sted.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
noen gang
Har du noen gang mistet alle pengene dine i aksjer?
cms/adverbs-webp/38216306.webp
ook
Haar vriendin is ook dronken.
også
Venninnen hennes er også full.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
een beetje
Ik wil een beetje meer.
litt
Jeg vil ha litt mer.
cms/adverbs-webp/7769745.webp
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
igjen
Han skriver alt igjen.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
samen
We leren samen in een kleine groep.
sammen
Vi lærer sammen i en liten gruppe.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
nesten
Jeg traff nesten!
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
inn
De to kommer inn.
cms/adverbs-webp/145489181.webp
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
kanskje
Hun vil kanskje bo i et annet land.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
der
Målet er der.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
igjen
De møttes igjen.