Ordforråd
Lær adverb – nederlandsk

echt
Kan ik dat echt geloven?
virkelig
Kan jeg virkelig tro på det?

morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
i morgen
Ingen vet hva som vil skje i morgen.

bijna
De tank is bijna leeg.
nesten
Tanken er nesten tom.

samen
We leren samen in een kleine groep.
sammen
Vi lærer sammen i en liten gruppe.

‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
om natten
Månen skinner om natten.

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
inn
Går han inn eller ut?

samen
De twee spelen graag samen.
sammen
De to liker å leke sammen.

bijna
Ik raakte bijna!
nesten
Jeg traff nesten!

beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
nede
Han ligger nede på gulvet.

daar
Het doel is daar.
der
Målet er der.

gratis
Zonne-energie is gratis.
gratis
Solenergi er gratis.
