Ordforråd

Lær adverb – nederlandsk

cms/adverbs-webp/71109632.webp
echt
Kan ik dat echt geloven?
virkelig
Kan jeg virkelig tro på det?
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
i morgen
Ingen vet hva som vil skje i morgen.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
bijna
De tank is bijna leeg.
nesten
Tanken er nesten tom.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
samen
We leren samen in een kleine groep.
sammen
Vi lærer sammen i en liten gruppe.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
om natten
Månen skinner om natten.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
inn
Går han inn eller ut?
cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.
sammen
De to liker å leke sammen.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
nesten
Jeg traff nesten!
cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
nede
Han ligger nede på gulvet.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
der
Målet er der.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratis
Zonne-energie is gratis.
gratis
Solenergi er gratis.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
ook
Haar vriendin is ook dronken.
også
Venninnen hennes er også full.