Ordforråd

Lær adverb – nederlandsk

cms/adverbs-webp/29115148.webp
maar
Het huis is klein maar romantisch.
men
Huset er lite men romantisk.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
ned
Hun hopper ned i vannet.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
også
Hunden får også sitte ved bordet.
cms/adverbs-webp/128130222.webp
samen
We leren samen in een kleine groep.
sammen
Vi lærer sammen i en liten gruppe.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
alene
Jeg nyter kvelden helt alene.
cms/adverbs-webp/23025866.webp
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
hele dagen
Moren må jobbe hele dagen.