Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/120870752.webp
trekke ut
Hvordan skal han trekke ut den store fisken?
trekken
Hoe gaat hij die grote vis eruit trekken?
cms/verbs-webp/122394605.webp
skifte
Bilmekanikeren skifter dekkene.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
cms/verbs-webp/83661912.webp
forberede
De forbereder et deilig måltid.
bereiden
Ze bereiden een heerlijke maaltijd.
cms/verbs-webp/90292577.webp
komme gjennom
Vannet var for høyt; lastebilen kunne ikke komme gjennom.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.
cms/verbs-webp/31726420.webp
vende seg til
De vender seg til hverandre.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
cms/verbs-webp/85968175.webp
skade
To biler ble skadet i ulykken.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
cms/verbs-webp/121928809.webp
styrke
Gymnastikk styrker musklene.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
cms/verbs-webp/99592722.webp
danne
Vi danner et godt lag sammen.
vormen
We vormen samen een goed team.
cms/verbs-webp/117491447.webp
avhenge av
Han er blind og avhenger av ekstern hjelp.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/8482344.webp
kysse
Han kysser babyen.
kussen
Hij kust de baby.
cms/verbs-webp/62069581.webp
sende
Jeg sender deg et brev.
sturen
Ik stuur je een brief.
cms/verbs-webp/121870340.webp
løpe
Idrettsutøveren løper.
rennen
De atleet rent.