Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/59121211.webp
helistama
Kes uksekella helistas?
bellen
Wie heeft er aan de deurbel gebeld?
cms/verbs-webp/109071401.webp
kallistama
Ema kallistab lapse väikeseid jalgu.
omarmen
De moeder omarmt de kleine voetjes van de baby.
cms/verbs-webp/99592722.webp
moodustama
Me moodustame koos hea meeskonna.
vormen
We vormen samen een goed team.
cms/verbs-webp/116932657.webp
saama
Ta saab vanaduses head pensioni.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/56994174.webp
välja tulema
Mis tuleb munast välja?
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
cms/verbs-webp/99392849.webp
eemaldama
Kuidas saab punase veini plekki eemaldada?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/12991232.webp
tänama
Ma tänan sind selle eest väga!
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
cms/verbs-webp/106851532.webp
teineteist vaatama
Nad vaatasid teineteist kaua.
elkaar aankijken
Ze keken elkaar lang aan.
cms/verbs-webp/91906251.webp
hüüdma
Poiss hüüab nii valjult kui saab.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/81885081.webp
põletama
Ta põletas tiku.
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
cms/verbs-webp/20225657.webp
nõudma
Minu lapselaps nõuab minult palju.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/107508765.webp
sisse lülitama
Lülita teler sisse!
aanzetten
Zet de TV aan!