Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/77646042.webp
põletama
Sa ei tohiks raha põletada.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
cms/verbs-webp/63457415.webp
lihtsustama
Laste jaoks tuleb keerulisi asju lihtsustada.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
cms/verbs-webp/78973375.webp
saama haiguslehte
Tal on vaja arstilt haiguslehte saada.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/47225563.webp
kaasa mõtlema
Kaardimängudes pead sa kaasa mõtlema.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/89084239.webp
vähendama
Ma pean kindlasti vähendama oma küttekulusid.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
cms/verbs-webp/105854154.webp
piirama
Aiad piiravad meie vabadust.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/35862456.webp
algama
Uus elu algab abieluga.
beginnen
Een nieuw leven begint met een huwelijk.
cms/verbs-webp/92054480.webp
kaduma
Kuhu see siin olnud järv kadus?
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
cms/verbs-webp/118232218.webp
kaitsma
Lapsi tuleb kaitsta.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/116932657.webp
saama
Ta saab vanaduses head pensioni.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/90287300.webp
helisema
Kas kuuled kella helinat?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/55372178.webp
edasi jõudma
Teod jõuavad aeglaselt edasi.
vooruitgang boeken
Slakken boeken alleen langzame vooruitgang.