Woordenlijst
Leer werkwoorden – Tsjechisch
odkazovat
Učitel odkazuje na příklad na tabuli.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
oženit se
Nezletilí se nesmějí oženit.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
viset
Oba visí na větvi.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
mluvit
V kině by se nemělo mluvit nahlas.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
ignorovat
Dítě ignoruje slova své matky.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
zvonit
Slyšíš zvonit zvonek?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
nakrájet
Pro salát musíte nakrájet okurku.
snijden
Voor de salade moet je de komkommer snijden.
tlačit
Sestra tlačí pacienta na vozíku.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
přinášet
Rozvozka přináší jídlo.
brengen
De bezorger brengt het eten.
zrušit
Smlouva byla zrušena.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
zdůraznit
Oči můžete zdůraznit make-upem.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.