Woordenlijst

Leer werkwoorden – Tsjechisch

cms/verbs-webp/79201834.webp
spojit
Tento most spojuje dvě čtvrti.
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
cms/verbs-webp/42111567.webp
udělat chybu
Dobře přemýšlej, abys neudělal chybu!
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
cms/verbs-webp/32180347.webp
rozebrat
Náš syn všechno rozebírá!
uit elkaar halen
Onze zoon haalt alles uit elkaar!
cms/verbs-webp/94796902.webp
najít cestu zpět
Nemohu najít cestu zpět.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
cms/verbs-webp/117658590.webp
vyhynout
Mnoho zvířat dnes vyhynulo.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
cms/verbs-webp/61806771.webp
přinést
Kurýr přináší balík.
brengen
De koerier brengt een pakketje.
cms/verbs-webp/122398994.webp
zabít
Buďte opatrní, s tou sekerou můžete někoho zabít!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
cms/verbs-webp/120624757.webp
chodit
Rád chodí v lese.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
cms/verbs-webp/91930542.webp
zastavit
Policistka zastavila auto.
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/30793025.webp
chlubit se
Rád se chlubí svými penězi.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
cms/verbs-webp/102238862.webp
navštívit
Starý přítel ji navštíví.
bezoeken
Een oude vriend bezoekt haar.
cms/verbs-webp/115153768.webp
vidět jasně
Skrz mé nové brýle vše jasně vidím.
duidelijk zien
Ik kan alles duidelijk zien door mijn nieuwe bril.